TOUR DE MAINS

De trots van de heren was de brede borstkas, het kruis en de kuiten, en deze werden dan ook op hun best getoont in dit herenkostuum.

De enige delen van het shirt die te zien waren, waren altijd gesteven. Dit waren de kraag en de iets te lange manchettes. De hoge kraag, gepopulariseerd door dandy Beau Brummel, werd omwikkeld met een cravat (halsdoek). Ook de kraag van het gilet was hoog, maar de lengte van het gilet kwam slechts tot op de taille, waardoor het kruis van de kniebroek mooi getoont werd. De kniebroek werd, vooral op bals, gedragen met witte kousen, maar her en der deed de lange broek zijn intrede, met bandjes onder de schoen. Ook de jas was van voren recht afgesneden met een split van achter voor comfort bij het paardrijden. Deze jas zorgde voor een extra brede omlijsting van de borstkas door pofmouwen en brede revers. 

De taillelijn van de japonnen valt direct onder de borsten en pofmouwen of uitgebreid versierde mouwen doen het postuur nog breder lijken. De rest van de jurk viel vrij recht naar beneden, geïnspireerd op de Romeinse zuilen en gewaden.

Over de onderjurk kwam het korset dat haast niet verstevigd was, op een houten busk in het midden na. Deze werd vaak afgedekt met een lange petticoat wat eigenlijk ook een soort onderjurk was, maar al meer de belijningen van de japon volgde. De japonnen zelf waren vaak van dunne witte stof en bevatten daarom vaak meerdere lagen om transparantie te voorkomen en extra warmte vast te houden. Sommige vrouwen droegen er echter nauwelijks tot geen ondergoed onder. Later werden de pofmouwen groter en werd ook de zoom van de jurk extra verstevigd om hem wijder te laten vallen.